'Ik durf niet meer op de weegschaal,' antwoord ik M. als ze vraagt of ik ook gewicht verlies. Afvallen is namelijk niet aan te raden bij ALS. Er zijn zelfs aanwijzingen dat ALS sneller achteruit gaat als je aan het lijnen bent geweest.

'Ben je bang dat je gegroeid bent?' grijnst ze, wijzend op haar eigen stevige bilpartij. 'Of denk je dat je toch afgevallen bent?'

'Geen van beide. Ik ben bang ér af te vallen.' 

Een opstap van maar liefst 4 centimeter en dan los staan met de voeten vlak naast elkaar op zo'n klein plateautje? Mij niet gezien. Ergens op steunen vertroebelt de meting...  dus ik merk het vanzelf als mijn broeken niet meer sluiten c.q. wanneer mijn truien oversized worden!

Bij een BMI tussen 25 en 35 is gewichtsbehoud het doel. Enkele kilo’s aankomen in gewicht is dus (in de meeste gevallen) niet erg. Het is belangrijker om ervoor te zorgen dat je niet afvalt (en dus geen
spiermassa verliest).

Enerzijds gaat spiermassa verloren door de ziekte zelf. Anderzijds kan, door te weinig eten omdat dat zo moeizaam gaat, vetmassa verloren gaan. Dit gaat altijd samen met verlies van spiermassa en dat is ongunstig. Uit onderzoek is bekend dat gewichtsverlies een negatieve invloed heeft op het verloop van de ziekte. Sommige mensen komen wat aan in gewicht. Dat kan het gevolg zijn van minder beweging en gelijkblijvende eetlust (en voedingsinname). Dit is op zich niet ongunstig. Het is niet eenvoudig om eenmaal verloren gewicht weer bij te eten. Verdwenen spiermassa herstelt niet meer.

Tekst ontleend aan www.spierziekten.nl, ALS en voeding.