Grut Frysk Diktee

Dochter en ik hebben ons gekwalificeerd voor het  Grut Frysk Diktee, de Friese evenknie van het Groot dictee der Nederlandse taal. Van 292 kandidaten zijn wij, met 18 anderen, uitverkoren om de strijd aan te gaan in de Friese statenzaal. De lokatie geeft me wel een dubbel gevoel. Fijn, maar ook verdrietig om mijn oude werkplek na 2½ jaar weer te betreden. Zou het emotioneel worden, moet ik dit wel willen? In december 2021, in de staart van het coronatijdperk, nam ik onvrijwillig - want door ALS gedwongen - afscheid van mijn werk in de politieke arena en sindsdien ben ik er nooit weer geweest.

Ik twijfel sowieso een beetje omdat ik net een paar dagen voor het moment suprème een rode vlekkerige huiduitslag in het gezicht heb opgelopen. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat ik de mazelen heb! Waar de uitslag van komt, geen idee. Ik zal mezelf flink moeten schminken om er niet al te afstotelijk uit te zien. Je zal maar winnen en in de spotlights komen te staan, om maar wat te noemen...


Tot mijn arbeidsongeschiktheid was ik elf jaar werkzaam op de statengriffie en heb ik vele vergaderingen van Provinciale Staten mogen notuleren in deze monumentale pronkzaal. Ik mag aan ‘mijn eigen’ notulistentafeltje het dictee schrijven. In de houten statenbankjes klimmen zie ik niet zitten en van de notulistenplek weet ik dat die voor mij op maat is. De foto links is in de wandelgang (Gongel) genomen op mijn allerlaatste werkdag, in 2021.


Snelschrijver

Maar mijn grootste probleem is: ik kan niet meer schrijven! Een paar nog net leesbare krabbels en dan glijdt de pen al uit mijn handen. Een hard gelag voor iemand die in de jaren ’90 verschillende keren Nederlands kampioen stenografie was. Op mijn top schreef ik 284 lettergrepen per minuut, dat was vlotte spreeksnelheid. Steno zat me helemaal in de vingers, als ik woorden hoorde dan bewogen mijn vingers meteen mee. Net als een drummer die zijn handen en voeten niet stil kan houden (Zoon...!). Ik dacht en droomde zelfs in steno en ondanks alles is dat gevoel nog niet verloren gegaan. Maar schrijven met een pen op papier?...

Gelukkig mag ik het dictee op een laptop (ja, zonder spelling- en grammaticachecker) maken en wordt me onder toeziend oog van de jury extra tijd gegund voor het uitpoetsen van de typfouten die ik ongetwijfeld ga maken. Mijn vingers zijn zo stijf dat ze voortdurend de verkeerde toetsen aanslaan en achter toetsen blijven haken. Na een paar zinnen komen ze hopeloos in de knoop en komt de tekst vol tikfouten.

Mijn duimen zakken bovendien steeds op de spatiebalk neer, waardoor het getypte vol witte eilandjes komt te zitten. Mijn tienvingerig blindtyptempo is drastisch gedaald, daardoor ben ik bang dat ik dicteersnelheid niet eens zal kunnen bijhouden. Ik mag mijn eigen ergonomische toetsenbord gelukkig meenemen en mijn eigen stugge maar originele muis, die me behoedt voor misklikken met rare uitwerkingen.

”Ik kan niet schrijven”

Best raar om op Internet te lezen dat ik niet kan schrijven! Een schril contrast met 30 jaar geleden, toen ik me de snelstschrijvende van dit land mocht noemen. Op het wereldkampioenschap stenografie haalde ik uiteindelijk 284 lettergrepen per minuut, goed voor een zesde plek.


Oude werkplek

Dochter en ik bereiden ons terdege voor en nemen alle spellingsregels nog eens door. Wie gaat wie verslaan, dat is de hamvraag. Als deelneemster heeft Dochter niet de tijd om mij ten tijde van het dictee bij te staan met hand-en-spandiensten. En ook niet het meest geschikte stressniveau, trouwens. Man heeft zijn eigen taken rond het dictee. Hij is één van de 20-25 correctoren en begeleider van één van de teams. Dus ik charter onze multifunctionele Zoon als buddy, tolk, woordvoerder, rolstoelduwer, installatietechnicus en, niet onbelangrijk: mental coach. Onbetaald want onbetaalbaar.

Op de avond dat het dictee wordt af- en opgenomen is het bepaald geen weer voor een familieuitje. Het is ontstuimig en nat en dat inspireert me de spelling van een paar weergerelateerde woorden op te zoeken waarvan ik me kan voorstellen dat een weerman als Gerrit Hiemstra ze in zijn tekst over klimaatverandering zou kunnen gebruiken. Achteraf maar goed ook.

Bij het Provinciehuis aangekomen blijkt dat de invalidenparkeerplek voor de deur bezet is door auto’s van Omrop Fryslân, die de hele happening gaat opnemen en de volgende dag uitzenden. Er staat een omroepmedewerker interviews af te nemen bij de ingang maar die heeft natuurlijk geen boodschap aan een brommende familie met een handicap aan boord. In overleg met de beveiliger, die bekent dat de omroep permissie voor foutparkeren heeft gekregen, zetten we de auto maar op goed geluk op de brede stoep.


Herinneringen en tranen

We zijn nog maar net door de deur of ik kom al oud-collega’s tegen, niet alleen van de Provincie maar ook van de Fryske Akademy, waar ik ook 19 jaar werkte. De Akademy en de Provincie zijn met nog twee instellingen (Afûk en Cedin) de organisatoren van het dictee. Er volgt een hartelijk weerzien met verschillende mensen en bijna vloeien er over en weer tranen. Ik kom ogen en oren te kort.

Zoon en ik gaan al vroeg naar de zaal om onszelf en de hardware alvast te installeren. Met kunst- en vliegwerk nestel ik me achter het vaste, met groen pluche beklede tafeltje. Er ligt een envelop met mijn naam erop. Nieuwsgierig open ik de kaart die erin zit en dan krijg ik toch wel even een brok in de keel…  een aanmoediging van mijn eerdere griffiecollega’s!

Ik voel me meteen weer helemaal thuis; het is net of de statenleden zo binnen zullen komen om bij mij de presentielijst te tekenen. De herinnering is zelfs zo levendig dat ik Zoon vraag de rolstoel opzij te zetten anders kunnen ze er niet bij…  oeps! Maar niemand van de na enkele minuten binnenwandelende kandidaten neemt notitie van die vrouw in dat vergeten hoekje.

Het team studenten Fries


De strijd om het Gouden Dakje

De productieassistente van de Omrop geeft huishoudelijke aanwijzingen voor de deelnemers. Behalve de 20 gekwalificeerden zijn dat vijf teams die zijn aangezocht door de organisatie, deels voor de show in de uitzending maar ook om onderling de strijd aan te binden. Zo is er een team-Bekende Friezen, een team namens Harkemase Boys, een team dat bestaat uit vrienden van Friese instellingen, een team van het jongerenplatform Yung Frysk, en een zestal studenten Fries. Dit laatste team bestaat uit een deel van Man zijn studenten van de Universiteit van Amsterdam. De teams gaan zich onderling meten en de twintig strijden voor de individuele prijs: het Gouden Dakje. En voor de eer en de boekenbon, natuurlijk.

Oud-collega M. brengt me nog een glas water, precies zoals ze voorheen ook deed als ik in de statenzaal zat te notuleren. Nostalgisch momentje. Iedereen zoekt een plek, de televisiecamera’s van de regionale omroep worden in stelling gebracht, de juryleden worden geschminkt en gestyled en dan opent de presentatrice van Omrop Fryslân de dicteeavond, met aan haar zijde voormalig televisieweerman en klimaatdeskundige Gerrit Hiemstra en juryvoorzitter Hindrik Sijens.

Het enige echte Gouden Dakje


Gerrit Hiemstra

Hiemstra krijgt het woord. Hij leest de complete door hem bedachte tekst “Afscheid fan de winter” voor. Zijn tekst is pittiger gemaakt en aangevuld met instinkers door de frisisten die het dictee organiseren.

Zo'n vijftig penners in de zaal en één toetseniste gaan het in hapklare brokken gehakte klimaatdiktee op schrift stellen (ja, ook ik, want naderhand gaan we het printen). Mijn toetsenbord rammelt nogal wat als ik typ, ik hoop maar dat er geen klachten komen. We hebben een rammelvrij reservetoetsenbord mee, maar als ik daar op moet tikken, dan is de poedelprijs gegarandeerd voor mij.

Zoals verwacht, nemen de toetsen regelmatig een loopje met de typiste. Ik voel niet heel goed of ik een toets wel of niet indruk. Dat heeft enerzijds tot gevolg dat ik letters oversla en anderzijds dat ik behoorlijk stttottterenddd typ. Het dakje op de klinkers a, e, o en u zetten, vergt een spagaat van mijn vingers die meestal totaal verkeerd uitpakt, en de duimen zijn zo zwaar dat ze voortdurend op de spatiebalk neerzakken waardoor de tekst een gatenkaas wordt.

De tekst waar het allemaal om ging


Vergisaanslagen

Bang als ik ben geen tijd te hebben om zulke vergisaanslagen onder het dictee te verbeteren en daarmee de draad van het verhaal kwijt te raken, heb ik vooraf gevraagd om extra gelegenheid na afloop om de pure typfouten eruit te halen. Dat mocht, maar dan wel onder toeziend oog van een van de juryleden. Een soort dyslexieprivilege dus.

Het tempo echter is te doen. Ik verbied mezelf om verkeerde aanslagen onderweg meteen te herstellen want dan zou ik geheid de draad van het verhaal kwijt raken. In de geruststellende wetenschap dat dat achteraf nog kan, blijf ik stug doortypen als ik weer eens 8 w’s op een rij heb of 15 spaties teveel, en wanneer ik de 6 typ in plaats van een dakje - symbolen die samen op één toets zitten - denk ik: dat komt later wel.

Elke dicteezin bestaat uit meer dan één deelzinnen. De complete dicteezin wordt altijd herhaald. Dat moment grijp ik aan om de typfouten uit te poetsen. Na elke twee zinnen is er gelukkig een korte onderbreking voor interviews met de kandidaten van de uitgenodigde teams. Met een half-luisterend oor benut ik deze intermezzi voor hetverwjideeeren vn hetteveel en te        weining aan spaties enn letters.


Pauze

Het gehele dictee wordt nog een keer voorgelezen en dan klinkt het sein ‘pennen neer’. Het aan mij toegewezen jurylid vangt mijn blik en komt naar me toe om te controleren welke verbeteringen ik nog aanbreng, maar ik kan haar melden dat ‘de rommel er al uit’ is. Dus hoppa! Control-P en ergens in het provinciehuis rolt het dictee nu uit de printer. De 20 à 25 correctoren gaan achter gesloten deuren ijverig aan de slag met het ingeleverde materiaal.

De deelnemers gaan naar de koffie met kleverige oranjekoek. Om even te kunnen socializen start ik de spraakcomputer  op, maar die heeft vanavond uitgekozen voor een langdraderige update dus ik berg hem maar weer op.

Eén voor één druppelen de correctoren binnen. In het voorbij gaan mompelt één van hen tegen ons: ‘ik zeg niks.’ Daar hadden we ook niet om gevraagd, dus vanwaar deze merkwaardige opmerking?

Het gebeuren achter de gesloten deuren 


Verdachte zaken

Op een gegeven moment worden we gesommeerd ons weer richting statenzaal te begeven voor de uitslag. Na onze omweg met de lift arriveren we bij de zaal, waar ik geadviseerd wordt in de rolstoel te blijven zitten ‘want het duurt maar even’. Ik was toch al niet van plan om weer achter het deskje plaats te nemen; haar opmerking roept wel weer vragen op.

Als we eenmaal gesettled zijn, komt de productieassistente langs en vraagt Zoon haar even te volgen. Hij loopt met haar mee en komt na een tijdje terug met een vaag verhaal over lampen die te fel zouden zijn. Ik denk er het mijne van en mijn voorgevoel wordt alleen maar aangewakkerd.

Dan zie ik dat ineens een camera vol en direct op mij gericht wordt. Tot nog toe ben ik veilig buiten beeld gebleven want wie let er nou op een vrouw met rolstoel in een donkere uithoek van de zaal? Nu vrees ik echt met grote vrezen! Voor de zekerheid mijn kleren maar even in de plooi strijken en mijn haren een tikje fatsoeneren. De tissue die ik altijd in mijn hand heb, leg ik ook maar even opzij. Je weet maar nooit.


Zegekar

De  juryvoorzitter neemt eerst de meest gemaakte fouten en instinkers in de tekst met de zaal door. Ik weet niet precies meer hoe ik bepaalde woorden geschreven heb, maar het is me wel duidelijk dat het niet foutloos is. Dan worden de winnende teams bekend gemaakt.

Ik verwacht dat van alle drie een vertegenwoordiger naar voren wordt geroepen, maar het is alleen de nummer één die galauwerd wordt en een overwinningsspeech houdt. Dat wetende raakt mijn vrees om in de spotlights te komen naar de achtergrond; er zitten immers veel notoire potentiële winnaars in de zaal. Er is bij de individuele deelnemers een gedeelde derde plaats met vijf fouten en een gedeelde tweede met maar vier. Dan weet ik het zeker: ik val niet in de prijzen en al die vermeende voortekenen hebben me bedrogen.

Maar dan wordt de winnaar bekend gemaakt en kom ik zélf bedrogen uit. Mijn naam rolt overrompelend door de statenzaal. Omdat mijn meisjesnaam wordt genoemd, dringt het niet meteen in volle omvang tot me door, maar voor ik tot het besef kom, duwt Zoon me al in de zegekar naar voren.

In de spotlights

Links en rechts applaudiserende mensen, aller ogen zijn op mij gericht. Ik weet me even geen houding te geven, ik ben blij maar tegelijk me bewust dat ik nu als een sprakeloze stumper in een rolstoel in de spotlights sta. Als ik kon dan zou ik snel weglopen! Maar er is geen ontkomen aan. Televisiecamera’s zwenken in mijn richting, fotografen snellen naar me toe en men blijft maar klappen en naar me kijken. Zoon parkeert me op de met zwart tape op het rode tapijt gemarkeerde plek en gestaag verstomt het applaus.

Iemand hangt een verguld stuk keramiek van het formaat-chocoladeletterverpakking om mijn nek, dat het felbegeerde Gouden Dakje blijkt te zijn. Ik krijg een bos bloemen in handen gedrukt (heerlijk, kan ik achter wegduiken) en een microfoon onder mijn neus. Ik kan geen woord uitbrengen, wel ontsnappen er een paar onnozele geluiden uit mijn keelgebied die ik uit alle macht maar tevergeefs probeer tegen te houden. Wanhopig draai ik me om naar Zoon. Die blijkt inderdaad ingeseind te zijn en heeft alvast nagedacht over wat hij gaat zeggen. Wat hij precies allemaal verkondigt, ontgaat me in the heat of the moment. Maar als hij ALS noemt, lijkt het wel of er een zucht van medeleven door de zaal gaat.

Ik blijf aan één stuk door lachen, mijn mond wil sowieso maar moeilijk dicht de laatste tijd, maar in werkelijkheid voel ik me opgelaten, de huiduitslag brandt in mijn gezicht en ik klamp me angstvallig vast aan het boeket. Maar ja, er moeten foto’s gemaakt worden, nota bene door de fotograaf die ik zelf voorheen inschakelde als er in de statenzaal iets bijzonders te doen was...

En dan is het nog niet afgelopen, want de presentatrice nodigt de zaal uit de winnares te komen feliciteren. Haar boodschap komt om een of andere reden niet over en gedrieën staan we wat verloren voor het publiek te wachten op wat komen gaat. OMG, haal me hier weg! Pas na de derde oproep komt er beweging in de zaal. En dan schud ik vele handen en zie ik pas goed wie mijn concurrenten waren. Sommigen zijn een beetje ontdaan door mijn verschijning, maar ik geniet nu toch wel van de individuele aandacht, vooral die van diverse oude bekenden. Ook de jury en correctoren en natuurlijk Gerrit Hiemstra wensen me geluk met de prijs.

Als de rij felecitanten uiteindelijk uitdunt, gaan we naar de afterparty voor de broodnodige cola en bitterballen.


Fanmail!

De volgende dag staat de pers op de virtuele stoep: of ik per e-mail even enkele tientallen vragen wil beantwoorden, liefst voor drie resp. vijf uur resp. per omgaande. Dat blijkt geen kleinigheid en neemt de hele middag in beslag, ik moet er mijn woensdagwandelmaatjes voor in de steek laten.

’s Avonds wordt het dictee drie keer achterelkaar uitgezonden, de eerste om half acht. Om tien voor half negen beginnen op whatsapp de berichtjes elkaar in rap tempo op te volgen en mijn chatboxen stromen vol. Als ik de volgende dag mijn digitale kanalen inspecteer, blijken alle mail- en chatboxen vol te zitten met gelukwensen, whatsapp is ontploft  en het aantal meldingen van Facebook rijst de pan uit. Beide regionale dagbladen en de regionale omroep  hebben behoorlijk wat aandacht aan dictee en winnares gegeven (met véél te grote foto, ieuw) en dat zorgt ook weer voor een tsunami aan felicitaties en complimenten.

Ik weet niet wat me overkomt, zó veel reacties! Van oude en nieuwe bekenden; van de postbezorger tot de burgemeester en van de dokter tot de commissaris van de Koning; van vrienden en vrienden van vrienden en vrienden van vroeger; van wildvreemden en onbekende lotgenoten en van al lang verloren gewaande passanten in mijn leven. Bijzonder!!

In no time raakte de salontafel omgetoverd in een botanische tuin. Telefoontjes, kaartjes en honderden reacties op zowel de winst als de website, binnenkomend via alle mogelijke online kanalen, houden me ruim een week in hun greep. Ik ben er druk mee om iedereen persoonlijk te bedanken.

Het was een onvergetelijke ervaring en ik hoop maar dat ikzelf evenmin iemand vergeten ben!