Op de afgesproken tijd en plek sta ik op de eerste dag met zomerse temperaturen te wachten op de rest van de wandelgroep. Een mij onbekende vrouw in vrolijke rose- en oranjetinten snort op haar scootmobiel voorbij en mindert dan vaart. ‘Wacht u op iemand?’ roept ze me toe. Ik zeg ‘ja’ en knik bevestigend. ‘Wacht u op iemand?’ vraagt ze nogmaals, nu wat luider. En ik zeg nogmaals ‘ja’ en knik heftig ter bevestiging. ‘Ach,’ antwoordt ze met iets van teleurstelling in haar stem. Misschien had ze wel een scoottochtje met me willen maken, scootmobielers zien elkaar namelijk als soortgenoten, heb ik nu wel geleerd.

Dan begint ze rare gebaren te maken en deelt daar woord voor woord bij mee: ‘ik - heb - goede - oren’. Wat doet ze nou, is dit officiële gebarentaal? Denkt ze dat ik doof ben? Op mijn eigen manier gebaar ik naar haar dat mijn oren ook goed zijn, maar dat praten lastig is. Maar voor ik mijn mededeling heb kunnen afronden, trekt ze aan de gashendel en stormt op volle kracht verder.

Gezondheidsbevorderende activiteit

De volgenden die voorbij komen zijn een man en vrouw die vermoedelijk een van de appartementen in het ouderencomplex ontruimen. Ik ken ze niet. Met de armen vol hout en afvalzakken lopen ze naar de vuilcontainer op de stoep. ‘Gefeliciteerd hè,’ roept de jonge vrouw in mijn richting. Ik lach van oor tot oor; houdt het dan nooit een keer op? ‘Zij heeft het Frysk Diktee gewonnen,’  zegt ze tegen de man, die prompt mijn kant uit blikt. ‘Weet je wel, van de televisie!’ Ze weten daardoor gelukkig vast ook dat het vrij zinloos is een praatje met me aan te knopen en ze beginnen de huisraad kort en klein te slaan.

‘Hé Nynke, gefeliciteerd!’ hoor ik achter me, ‘we zagen je in de krant en bij de Omrop, geweldig!’ Het is J. die lopend op weg is naar een vergadering en die wel pogingen doet om een gesprekje te beginnen. Tot de rest van de club in mijn blikveld verschijnt, kletsen we even bij en dan gaan we ieder een kant op.

Ook het enige andere aanwezige lid van de gezondheidsbevorderende wandelclub feliciteert me nog met de overwinning. Na een rustig rondje door het lentegroene park besluit ik de dames op een ijsje te trakteren bij de snackbar om de hoek, ter ere van mijn zege. Zoals Dochter het noemt: even viben met de gang!